Mei 2000

21 mei
We reisden met de bus naar Rio en namen onze intrek in hotel Imperial in Catete, een buurt die ons goed bevalt. Er heerst geen extreme rijkdom of armoede. We pikten nog wat losse touristische eindjes op, die er bij vorige Rio bezoeken bij ingeschoten waren.

Vervolgens vlogen we naar Campo Grande vanwaar een auto ons in drie uur naar hotel Aguape op de fazenda Sao Jose in de Pantanal bracht. Er waren nog twee gasten en voor de rest alleen hotelpersoneel en gaucho's met wat gezinnetjes, verder koeien, paarden en schapen. Tamme pappagaaien zaten op onze schouders, kolibrietjes gonsden. We hadden een verrukkelijke tijd. De eigenaar en zijn mensen deden hun uiterste best om het ons zo leuk mogelijk te maken. We voelden ons meer familiegasten dan hotelgasten. Te paard legden we grote afstanden af door de savanne en de moerassen. Gelukkig waren er niet veel muskieten, wel jacare's - een klein soort krokodillen - die enger lijken dan ze zijn. Al je ze nadert, laten ze zich vlug in het water glijden om sneller te kunnen vluchten. Toch is het opwindend om op een paard door diep water te gaan en een twee meter lange krokodil naast je te zien. Het rizzelde er van de vogels. Andere keren gingen we per boot de rivier op of af, of we liepen stukken door de jungle. Het laatste vond ik maar matig gezien het gevaar op een slang te trappen. Apen zijn net zo nieuwsgierig naar ons als wij naar hen. De fazenda is 3600 ha groot, er leven 1600 koeien en 80 paarden. De grootvader van de huidige eigenaar zou zich over zo'n keuterbedrijf hebben vrolijk gemaakt. Diens boerderij was 219000 ha groot! We hebben geholpen groepen van 200 koeien van de ene 'wei' naar de andere te verplaatsen. Dat was nodig i.v.m. de waterhuishouding. De tijd ging veel te snel voorbij en na vijf dagen waren we weer terug in Rio.

Per slaapbus reisden we comfortabel een nacht later naar Curitiba, een moderne Europees aandoende stad, met een voetgangers-winkelcentrum dat doet denken aan alle soortgelijke centra in onze steden. Per trein vervolgens door de bergen naar Paranagua aan de kust. Het was een romantische tocht met prachtige uitzichten. Niet zo spectaculair als de Durango-trein in Colorado, maar het scheelde niet veel.

Tenslotte brachten we een bezoek aan Petropolis, de stad waar keizer Pedro II vaak hof hield. We zijn als maar enthousiaster geworden over Brazilie, zijn vriendelijke, veelkleurige bewoners, zijn lekkere succo's (vruchtensappen), caipirinha's, kilo-restaurants (plekken waar je van al of niet rijk gevarieerde buffetten je bord vollaadt en vervolgens naar het gewicht betaalt). Soms zijn ze gecombineerd met een churrascaria (een plek waar allerlei vleessoorten aan het spit geroosterd worden). En dan natuurlijk de stranden, de baaien, de eilanden, de overweldigende natuur enz. enz. Wij kunnen het al onze vrienden als vakantieland aanraden. Zelf gaan we er zeker naar terug.

Toen we 10 mei uit Rio vertrokken was het er 26 C en we hadden de nodige warme kledingstukken in onze handbagage om goed voorbereid in Nederland aan te komen. Wie schetst onze verbazing toen wij na een comfortabele Alitalia-vlucht via Rome in Amsterdam arriveerden en het daar ook 26 C bleek te zijn. De Rio-sfeer was helemaal compleet toen Elena, Luba's dochter, ons afhaalde in een kostuum dat als twee druppels leek op dat van de Carioca-dames die we met weemoed hadden achtergelaten.

Inmiddels klopt het leven weer volop aan onze deur en de telefoon staat niet stil. We wachten op Ananda, die bemand door twee Roberto's, Leonardo en Clidenoa op het ogenblik vermoedelijk ergens tussen Natal en de Azoren aan de wind huiswaardts zeilt. Dit is het einde van het reisverhaal op het web. Of er nog ooit een papieren versie 'Een kwart de wereld rond' komt, kunnen we nu nog niet zeggen.