Oktober 1999

3 oktober
Wij arriveerden op 30 september, een dag voor op het schema, in Gran Canaria; dankzij de consumptie van veel van Kees’ zenuw-energie. 1 Oktober vertrokken onze bemanningsleden Ellen en Rob, zodat wij nu nog alleen met Noor en Ger over zijn. Na de achterstallige slaap te hebben ingehaald, trad dan eindelijk de welverdiende rust van de gepensioneerde in. Zitten met een goede sigaar op het achterdek van ANANDA in de schilderachtige jachthaven van Mogan is een toestand van vergaande zaligheid. Om van de lokale sangria en de uitstekende keuken van het restaurant tegenover ons nog maar niet eens te spreken.

De tocht van Porto Santo naar hier hadden we het lang ontbeerde mooie weer. We zeilden met het windje in de rug of schuin achter. De stuurautomaat werkte goed, al was het zo nu en dan wel nodig wat te corrigeren. Niemand was meer zeeziek. Een tikje overmoedig, namen we bij Gran Canaria de kortste route, nl. om de West. Daar is het trechtereffect tussen de eilanden het sterkst. Dat hebben we bezuurd. De opmerking in de Pilot dat de zee er door het lokale karakter van de 15 - 20 knopen sterkere wind niet al te onrustig zou zijn, bleek een optimistische schatting. We hebben die nacht ontzetten gerold en niemand kon slapen.

We vonden een technicus, die zich nu voor enkele duizende guldens met ons anker bemoeit. Het is een Fransman, die steeds in een rubberbootje komt. Hij heeft een kleine poedel bij zich die ‘Technichien’ heet. Hij zal ook het controlepaneel van de electriciteit onder handen nemen. We zijn ook een dieseltechnicus op het spoor. Verder doen wij zelf een aantal klussen.

Door de drukte met de trans-Atlantische ralley willen ze ons hier niet langer dan tot 19 oktober hebben. Dat is heel vervelend. Ik zal volgende week nog eens zeuren. We hebben allerlei lokale leveranciers en de technici ingezet om de havenmeester te bewerken. Hopelijk helpt dat.

Het gezelschap in de haven is cosmopolitisch, Fransen, Noren, Zweden, Duitsers, Amerikanen, Nederlanders, Portugezen, Britten, Belgen, Denen, Zwitsers.... Het huwelijk van het Britse echtpaar in het schip naast ons loopt, naar het geschreeuw tegen elkaar te oordelen op z’n end. Wat niet verhinderde dat beiden ons nuttige kakkerlakkentips gaven. Hun praam ziet er niet uit. Op de kade flaneren horden toeristen. Gelukkig verblijven de meesten in andere dorpjes, dus ze komen pas tegen 11.00 en omsteeks 18.00 uur wordt het stil.

Consultatie met Rob B & Lia vandaag maakt het waarschijnlijk dat de oversteek naar Brazilie eind oktober gewoon doorgaat. Lia probeert nog een invalbemanningslid te vinden, maar daar hangt het niet van af. Wel moet het schip weer helemaal in orde zijn, of dat lukt, weten we over een dag of tien.

13 oktober
WIJ HEBBEN ZOJUIST GEHOORD DAT WIJ HIER IN PUERTO DE MOGAN OP GRAN CANARIA KUNNEN BLIJVEN TOT 2 NOVEMBER. DAT IS EEN PAK VAN ONS HART. Op het ogenblik hebben wij een week Djamila en Mark met de liefste kleinzoon van de wereld op bezoek. Zij blijven tot zondag. De kleine weet, als hij niet slaapt, per uur ca. 50 manieren te bedenken om zichzelf te verwonden, verdrinken of anderszins van het leven te beroven. Tussendoor blijft hij lachen.

27 oktober
Op 23 oktober overleed Prof.dr. Belver C. Griffith in Philadelphia aan een leverziekte. Het nieuws kwam niet onverwacht, hij was al een tijd ziek. Wij zijn erg bedroefd. Met Carolyn en zijn dochters, ook allemaal o.a. zeilvrienden en Ananda-bemanning, delen wij in het verdriet en wij wensen hen veel sterkte. Het toeval is soms zo wreed. Terwijl wij op Gran Canaria genieten van zon, rust en een prachtige omgeving gaan de beste vrienden door zo veel leed. Als hij nog gezond zou zijn geweest, was hij nu waarschijnlijk bij ons. Wij zijn blij dat Carolyn, Caitlin, Wynne and Leigh bij ons zullen komen in Brazilië.
Wij hoorden dat de Philadelphia Science of Science vrienden, ex collega’s en familie trachten een ‘herinneringsbijeenkomst’ te beleggen in januari. Indien enigszins mogelijk, wil Kees daarbij zijn. Dat kan onze planning in die tijd beïnvloeden.

Er is nog een tweede gebeurtenis in januari, waarover wij nu tot onze spijt nog niet kunnen schrijven, die onze plannen raakt. Op 3 november vertellen we meer. (Het is gelukkig heel vrolijk nieuws.) Als gevolg daarvan moeten wij aan het eind van de eerste week in Nederland zijn. Wij zullen met Eric, Lia en Ben en met Margriet en Hans, die hiermee te maken hebben, natuurlijk overleggen. (Zie planning.)

Onze Gran Canaria tijd loopt ten einde. Wij hebben het hier heel erg fijn gehad. Het hoogtepunt was het bezoek van Djamila en Mark met onze kleinzoon, Tualin. Hij ontwikkelt al echte zeebenen en heeft goed zijn best gedaan om het zeilen onder de knie te krijgen door aan alles te zitten, waar hij bij kon. Het was prachtig om hem bezig te zien op het strand en in zee. Hoewel hij nog geen woord spreekt, weet hij zijn instemming en genoegen evenals zijn onvrede met het verloop der dingen goed duidelijk te maken. Een toppunt van vreugde begroet hij met zijn ‘pappa-lach’. Een gezichtsuitdrukking en een geluid die hij voor het overige reserveert voor zijn vader als die onverwacht opdoemt. Het is een heel leuk kereltje, dat iedereen onbevangen en vol vertrouwen tegemoet kruipt. In momenten van onbedachtzaamheid staat hij los. Maar zodra hij zijn waaghalzerij in de gaten krijgt, grijpt hij zich vlug vast, of hij gaat er bij zitten. Met opa Kees maakte hij wandelingen – hij in zijn wagen gezeten – waarbij opa liedjes zong; die hij probeerde mee te zingen.

Mark heeft zijn best gedaan om mij te helpen bij het oplossen van verschillende computerproblemen. Hij heeft gelukkig veel geduld. Binnenkort zal hij deze webpagina voorzien van een echte foto van Ananda. Dan verdwijnt het plaatje dat er tot nu toe op stond. Dat is van een zusterschip. Wij hebben eindelijk ook de hyperlink aangebracht naar de webstek die Eric maakt. Daar hoeven we niet zuinig te zijn met bits. Geïnteresseerden kunnen er de ANANDA geschiedenis vinden.

Wij hebben ons een klein beetje verdiept in de voor-Spaanse gebeurtenissen op de eilanden. Die werden bewoond door de Guanches, een volk dat met de voor-Arabische Berbers verwant was. Het aardige is, dat tegenwoordig het besef groeit, dat de huidige bevolking daar nog in hoofdzaak van afstamt. De Spanjaarden hebben vooral de cultuur en de identiteit verdonkere-maand, maar niet de genen. Vooral Luba heeft speurwerk verricht. Het museum Canario in Las Palmas is echt een aanrader. Een ander cultureel hoogtepunt is het museum van de Canarische schilder Nestor. Zijn zee-allegoriën zijn heel bijzonder. Er is een verwantschap met Dali, maar hij heeft o.i. een absoluut eigen stijl.

Op 3 november hopen wij naar Brazilië te vertrekken. Uwe Bertram heeft zich bij de bemanning gevoegd. Met Lia Veltman, Rob Biersma en ons zullen wij dus met z’n vijven zijn.