Politie

Het was te warm voor de maand mei. En de airconditioning in het gebouw had onvoldoende capaciteit. Dus zat de hele politiemacht van Oudetreur die middag in hemdsmouwen, zwetend, formulieren in te vullen en processen verbaal uit te typen. Vooral zij die het voor de tweede of derde keer deden, omdat er fouten waren gemaakt, of de papieren verloren waren gegaan, hadden flink de smoor in. De stemming was om te snijden. Slechts drie bureaus waren leeg. Bij dit korps was zelden iemand ziek. Hoofdinspecteur Scherpslijper was met zijn voeten op tafel druk doende zijn nagels schoon te maken. Hij piekerde over de juiste formulering van een request om de zaak van de koeling en luchtbehandeling in het gebouw te heropenen. De commissaris had laten weten dat dat zonder nieuwe argumenten niet mogelijk was en s'zomers te warm was de vorige keer al gebruikt. Scherpslijper zuchtte. Het viel niet mee de dagelijkse leiding te hebben over de handhaving van de orde binnen en buiten het bureau.
Er werd geklopt. De hoofdinspecteur riep: 'binnen' en vier personen kwamen zijn kamer in. Het waren inspecteur De Kwaadsteniet, met een collega van de technische dienst en een agent die hen gereden had. Zij werden vergezeld door een burger, de heer Spie, ing., die met hen mee was geweest.
- En?
Scherpslijper keek hen gespannen aan terwijl hij zijn voorhoofd met een zakdoek afwiste. Het was dan ook niet mis, waarvoor het viertal er op uit was getrokken. De beide technici maakten een gebaar van moedeloosheid met hun armen. De Kwaadsteniet bracht verslag uit.
- Onherstelbaar, maar we hebben wel de gegevens. Meneer Spie heeft ze uitgeprint.
Die morgen was de politiemacht opgeschrikt door het ongelofelijke bericht dat een of meer criminelen gedurende de nacht de paal van de snelheidscontrole op de provinciale weg hadden omgezaagd. Hierdoor was de belangrijkste bron van inkomsten van de eenheid weggevallen. De grote woede van de mannen (en de dames op het bureau) was dus begrijpelijk.
- Onherstelbaar?
- Ja, onherstelbaar. Er zal een nieuwe camera en een nieuwe paal moeten komen. Ze hebben het ding finaal in elkaar gestampt.
De mededeling werd gevolgd door tumult. Ze praatten alle vijf door elkaar om hun verontwaardiging over de toenemende misdadigheid in de regio te luchten. Tenslotte maakte de chef een einde aan het misbaar.
- Is er geen spoor?
- Nee, of nu ja, misschien hebben we iets. De laatste foto van een overtreding is gemaakt vier minuten voor het apparaat vernield werd.
De Kwaadsteniet zei het wat aarzelend. Hij vervolgde:
- Maar de foto is niet helemaal goed. Alleen de vier cijfers van de nummerplaat hebben we. De letters zijn niet te lezen.
Scherpslijper was echter niet uit het veld geslagen. Hij moest en zou die misdadigers in hun kraag pakken.
- Vier minuten? Misschien heeft die chaufeur iets gezien dat ons op hun spoor kan brengen. We moeten die auto opsporen. Aan het werk.
De anderen keken elkaar aan. Enige scepsis was op de bezorgde gezichten te lezen.
- Maar dat betekent ruim 600 auto's natrekken,
zei de politietechneut. - Welnee, er zijn lettercombinaties die helemaal niet voorkomen! Het zullen hooguit een 400 wagens zijn. Vooruit met de geit. Aan het werk.
- Het was vier minuten eerder. Die lui hadden hoogstens twee minuten nodig. Dus als we die bestuurder vinden dan...
- Hou op, ik ben niet gek! Aan het werk. Waar wachten jullie op? En, o ja, Spie, kun je gelijk aan het werk om die paal te vervangen?
- Heeft u toestemming? Ik bedoel is er budget? De laatste keer toen ik dat stoplicht repareerde, heb ik meer dan een jaar op mijn geld moeten wachten. Toen was er ook geen budget.
- Man doe niet zo kinderachtig. Moeten we soms een ander onze klandizie gunnen?
Spie zuchtte diep en verzekerde dat hij zijn best zou doen, maar de levertijden waren lang. Hij verliet het vertrek.
- Nou dan gaan wij maar. We zullen eerst maar eens die kentekengegevens opvragen.
Nauwelijks hadden ze hun hielen gelicht of de deur ging al weer open. Een verhitte brigadier kwam vragen of hij de rest van de middag vrij kon krijgen. 'Een snippermiddag' verduidelijkte hij. De arme man had het te warm gekregen van het proces verbaal waaraan hij werkte. Toen was er ook nog een telefoontje gekomen van een vent die klaagde dat er in zijn auto was ingebroken. Dat deed voor hem de deur dicht.
- Het was die kerel van die beveiligingsinstallaties voor woonhuizen. Ze hadden vannacht een ruit gemold en alle elektronische apparatuur uit zijn bestelwagen gejat. Ik vroeg, wat hij van ons wilde. Die kerels waren toch al pleite? Toen zei die: 'Ja, maar er zit een hoop bloed aan de wagen. Die dieven hebben zich bij het inbreken gesneden. Zou dat niet...' Ik liet hem niet uitpraten en raadde hem aan het met een sponsje met Dreft te proberen, daarmee krijg je bloedvlekken goed weg.
Scherpslijper knikte. Hij vond dat zijn mensen gelijk hadden als ze niet met zich lieten sollen.
- Vooruit dan maar, ga maar naar huis. Maar morgen graag vroeg op het bureau. De Kwaadsteniet zal je nodig hebben bij een opsporingszaak.
De brigadier vertrok. De hoofdinspecteur zuchtte voor de zoveelste keer die middag. Hij pakte een leeg vel papier en schroefde de dop van zijn vulpen. Verzoek inzake de airco schreef hij.

2001 05 30