|
ingezonden door P. Groeneboom, Utrecht.
In het artikel `Dwalende rechters' van Margreet Fogteloo (De Groene Amsterdammer, 3 april)
wordt, zo lijkt het, met instemming mr. Van Maanen geciteerd, die opmerkt: `Wat begint
vanuit goede intenties zie je ontaarden. (...) Het heeft iets van godsdienstwaanzin. Zij
(...) hebben een heilsboodschap: de rechtsstaat redden. Ik heb associaties met andere
historische zaken, zoals de Dreyfuss-affaire (...)'.
Wil Van Maanen hier beweren dat
Emile Zola zijn mond had moeten houden, omdat hij geen jurist was? En dat Alfred
Dreyfus
maar beter op het duivelseiland had kunnen blijven zitten, want
dat het de aandacht vestigen van Zola op deze dwaling in de rechtspraak gezagsondermijnend
heeft gewerkt?2 Dat Zola eigenlijk een soort
godsdienstwaanzinnige was, omdat hij hier zo veel energie in heeft gestoken? En dat op
dezelfde manier iedereen in Nederland die geen jurist is en in actie komt, omdat hij/zij
op wetenschappelijke of andere gronden vermoedt dat een ernstige rechterlijke dwaling is
opgetreden, de weg kwijt is en `iets van godsdienstwaanzin' heeft?
Noten.
-
Piet Groeneboom schreef over de 'Dwalende rechters' stukken in de Groene Amsterdammer van 3 april 2009
deze reactie. Ook zijn stuk was door de redactie bekort. De blauw weergegeven
tekst ontbrak in De Groene.
-
Over de ontbrekende passage merkt Piet verder nog op:
(Dit) "is in feite een kernpunt in de controverse tussen
wetenschappers en mensen als van Maanen, die altijd klaar staan met: "ondermijnt het
gezag van de rechtelijke macht" (dat ze belangrijker lijken te vinden dan dat iemand
onschuldig veroordeeld is). Misschien is ook wel de hoop dat niet algemeen bekend is
dat achteraf zonneklaar gebleken is dat het bij Dreyfus inderdaad om een ernstige
dwaling in de rechtspraak ging. Dreyfus heeft eerherstel gekregen".
|
|